Ga naar hoofdinhoud

Als ouder van een kind met Downsyndroom maak je soms extra kosten voor de verzorging en begeleiding van je kind. In hoeverre kom je in aanmerking voor vergoedingen?

  • Fysiotherapie en logopedie wordt voor kinderen met Downsyndroom vergoed uit de basisziektekostenverzekering.
  • Bij het kiezen van een ziektekostenverzekeraar kan je kijken naar de aanvullende verzekeringen (hoogte van premies en aard van de extra vergoedingen) en wat je daarin aanspreekt. Er zijn, bij ons weten, geen ziektekostenverzekeringen die zeer geschikt of juist zeer ongeschikt zouden zijn voor kinderen/volwassenen met Downsyndroom. De belangrijkste zaken worden vergoed uit de basisverzekering.
  • Professionele begeleiding bij het werken met een Early Intervention programma (Kleine Stapjes) wordt gegeven door zorgaanbieders. Er moet voor die begeleiding een indicatie worden aangevraagd. Indicaties lopen via de Jeugdwet (gemeente). In veel gemeentes gaat dit via het centrum voor jeugd en gezin. In veel regio’s kan MEE hulp bieden bij het invullen van aanvraagformulieren.
  • Wat betreft hulp in de thuissituatie: bij jonge kinderen met Downsyndroom zal de gemeente in het kader van de Jeugdwet kijken of er meer zorg nodig is dan bij een kind zonder beperking. Zo niet, dan noemen ze het ‘gebruikelijke zorg’. Als er veel meer tijd en aandacht nodig is dan bij een ander kind, zal je dit aannemelijk moeten maken en bij voorkeur ook laten onderschrijven door onafhankelijke deskundigen, bijvoorbeeld een kinderarts. Gemeentes verschillen in de praktijk in hoe zij ‘gebruikelijke zorg’ uitleggen. Hulp bij Early Intervention is overigens geen ‘gebruikelijke zorg’.
  • Een indicatie voor extra ondersteuning op een gewone kinderopvang of peuterspeelzaal kan worden aangevraagd via de gemeente. Er is geen eenduidig beleid wat betreft de hoeveelheid hulp die kan worden geïndiceerd. Het blijkt in de praktijk te verschillen per gemeente.
  • De Wet Langdurige Zorg (WLZ) is bedoeld voor mensen die levenslang 24-uurs ondersteuning nodig zullen hebben. CIZ beoordeelt dit. Bij jonge kinderen wordt zeer zelden een indicatie voor WLZ afgegeven, tenzij er sprake is van complexe en ernstige beperking. Jonge kinderen met Downsyndroom vallen bijna altijd onder de Jeugdwet en niet onder de WLZ. Vanaf een jaar of negen kan je proberen over te stappen naar de WLZ.
  • Vanaf de leeftijd van drie jaar bestaat er de mogelijkheid meer kinderbijslag te krijgen voor kinderen met een verstandelijke beperking, voor meer informatie klik hier.
  • Luiervergoeding wordt bij nog niet-zindelijke kinderen tussen de 3 en 5 jaar alleen toegekend door ziektekostenverzekeraars als er sprake is van ‘blijvende incontinentie door chronische ziekte of handicap’ (‘niet-fysiologische vorm van incontinentie’). Vanaf 3 jaar kun je proberen luiervergoeding aan te vragen met een brief erbij van de huisarts/kinderarts dat er als gevolg van Downsyndroom sprake is van een niet-fysiologische vorm van incontinentie en dat het kind hooguit pas op zeer lange termijn zindelijk zal worden. Zo’n aanvraag wordt vervolgens beoordeeld door een medisch adviseur van de verzekeraar. Vanaf 5 jaar wordt incontinentiemateriaal standaard vergoed.
  • Of je in aanmerking komt voor vergoeding vanuit de Wet langdurige zorg (WLZ) of voor teruggave van belasting op grond van extra zorgkosten hangt af van je persoonlijke situatie. Een goede site om dit na te gaan: www.meerkosten.nl.
  • Als je kind 18 jaar wordt, verandert er veel, ook op financieel vlak. Lees hier meer.
Back To Top