Ga naar hoofdinhoud

Kinderen, maar vooral adolescenten en volwassenen, met Downsyndroom hebben meer kans op overgewicht. Dat heeft verschillende oorzaken:

  • De basale stofwisseling is vaak lager dan bij anderen, waardoor ze in rust gewoon minder energie nodig hebben.
  • Sommigen hebben geen rem bij het eten. Ze eten door terwijl hun lichaam eigenlijk al lang genoeg heeft gehad.
  • Mensen met Downsyndroom hebben vaak de neiging tot een passieve levensstijl met te weinig beweging.

Het is belangrijk om al in de basisschoolperiode een basis te leggen voor goede en gezonde eetgewoonten en om het kind te motiveren tot sport en/of recreatieve beweging.

Gezond leren eten

Tijdens de slaap gebruiken mensen met Downsyndroom 10 à 15 procent minder calorieën dan mensen zonder Downsyndroom. Goede voeding zou daarom een hoge voedingswaarde (veel vitaminen en andere gezonde componenten) moeten hebben in combinatie met relatief weinig calorieën. Als je adolescenten met Downsyndroom wilt leren over gezonde voeding, dan is het belangrijk om hen goed te instrueren in wat zij concreet moeten doen qua voeding. Je kunt daarvoor posters maken met een duidelijke boodschap, bijvoorbeeld ‘Ik zorg goed voor mijzelf. Ik drink vaak water in plaats van frisdrank’.

Volwassenen met Downsyndroom hebben kleinere porties nodig. Gebruik eventueel een kleiner bord, zodat het bord er wel goedgevuld uitziet. En let op met tussendoortjes. Die zijn niet nodig. Als iemand er erg op gesteld is, zijn bijvoorbeeld komkommer en radijsjes goede tussendoortjes.

Ook bij basisschoolkinderen zou je al kunnen beginnen met richtlijnen voor goede voeding visueel te maken. Je komt dan uiteraard uit op adviezen die eigenlijk voor alle mensen gelden, zoals voldoende drinken, veel groente en fruit eten, en matig zijn met bepaalde vetten en met snoepen.

Meer bewegen stimuleren

Mensen met Downsyndroom hebben vaak een wat mindere goede coördinatie en minder sterke spieren. Daardoor is sportbeoefening niet altijd hun sterkste kant . Ze kunnen zich hierover onzeker voelen. Maar, helemaal niet sporten en/of recreatief bewegen versterkt die problemen alleen maar.

Als kinderen en adolescenten met Downsyndroom worden gestimuleerd om te sporten dan ontwikkelen ze meer spierkracht, meer uithoudingsvermogen en meer plezier in bewegen. En hebben ze minder kans om overgewicht te ontwikkelen. Bij individuele sporten/ bewegingsactiviteiten kan dit vaak bij gewone clubs. Voorbeelden zijn judo of dansen. De enige voorwaarde is een geïnteresseerde docent die er voor alle kinderen wil zijn. Bij teamsporten zal dit vaker in een speciaal team zijn. Bij bijvoorbeeld voetbal en hockey zijn er veel van dergelijk speciale teams die meestal wel deel uitmaken van een gewone club. Samen met het gezin gaan hardlopen of fietsen is natuurlijk ook een goede optie.

In de basisschoolleeftijd is het belangrijk om te zoeken naar bewegingsactiviteiten en sportbeoefening die je kind leuk vindt. Dat legt een basis voor de rest van diens leven. Blijf ook tieners en volwassenen stimuleren tot bewegen en sporten.

Op de website www.unieksporten.nl kan je sportverenigingen vinden die openstaan voor mensen met een beperking.

Back To Top